Zaterdagochtend word ik wakker met een licht gevoel van spanning in de buik. Ik check het weer online en zie dat er ’s middags kans op buien is. Ik zou het bijna als excuus willen gebruiken om niet te gaan. Wat? Ik schrik van mijn eigen gedachten. Fietsen is toch wat ik het allerliefste doe? Ik wilde toch aan mijn techniek werken? Ik wilde toch een betere mountainbiker worden? Waarom probeer ik er dan nu onderuit te komen?
Ik heb last van negatieve gedachten tijdens het sporten. Eens in de zoveel tijd overvalt het me. Dat idee dat ik helemaal niet kan fietsen. Vorig jaar bijvoorbeeld in Tecklenburg. Ik zag de Man heel stoer een drop-off doen en ik vond van mezelf dat ik dit ook moest kunnen, maar ik durfde niet. Ik was in gevecht met mezelf. Van frustratie begon ik te huilen. Daarna lukte het helemaal niet meer. En ik was zo overstuur dat ik niet veel later op een makkelijk stukje onderuit ging.
Angst is een slechte raadgever
Dat angst een slechte raadgever is, is mij duidelijk. Ik heb het niet alleen op de fiets, maar ook op de skipiste. Zodra de pistebordjes zwart kleuren, blokkeer ik. En dan gaat er spanning in mijn lijf zitten en doe ik precies wat ik niet moet doen. Achter op de skies zitten, naar de berg leunen, verstijven. Dit helpt allemaal niet om lekker beneden te komen. Terwijl ik best prima kan skiën. Het zit tussen de oren soms gewoon niet goed. Allerlei negatieve gedachten gaan dan door mijn hoofd. Wat ben ik zenuwachtig. Durf ik dit wel? Ga ik wel hard genoeg? Het moet wel lukken. Diezelfde gedachten heb ik tijdens het biken. En die gedachten/spanning hebben een verlammend effect op mijn sportprestaties.
Mental support
Zo ook vorig jaar op de Rollercoaster trail in Finale Ligure. We hadden een shuttle geboekt en ik vond al die andere bikers enorm intimiderend. Meteen schoot de gedachte door mijn hoofd dat ik er maar karig bij afstak met mijn ‘lullige’ 120 mm veerweg en kniebeschermers in vergelijking met al dat ‘downhill geweld’. Eenmaal boven werden mijn gedachten er niet beter op. Ik voelde de zenuwen door mijn lijf gieren en halverwege de trail blokkeerde ik. Uiteindelijk heeft de Man mij eruit weten te praten en lukte het me de tweede helft zowaar lekker naar benden te gaan en ook nog te genieten, maar ik baalde enorm van dat eerste gedeelte.
Zo’n blokkade is me ook wel eens overkomen op de skipiste, of eigenlijk off-piste. Vorig jaar zijn we een dag met een gids op pad geweest. Zij nam ons mee naar een fantastisch mooi stuk off-piste, maar om daar te komen, moesten we over een smalle richel met aan beide zijden een enorme afgrond (althans, zo zag het er in mijn beleving uit). Het zweet brak me uit bij het idee dat we over die richel moesten gaan. Ik kon alleen maar denken dat ik vast naar beneden zou storten. Ik voelde de spanning weer in mijn lijf trekken. Ook hier moest iemand anders mij eruit praten. De gids bleef zeggen dat het ik het echt wel zou kunnen. Dat het maar een kort stukje was. Dat ik moest ontspannen. En ik heb het gehaald en de beloning was enorm (wat een uitzicht!), maar mentaal vond ik het super zwaar en het lukte het me dus weer niet om mezelf uit die blokkade te halen.
Prestatieprofiel
Ik heb mijn issue met mijn mental coach besproken en zij gaf mij de opdracht om een prestatieprofiel in te vullen. Hierbij moest ik een lijst maken van de vaardigheden en kwaliteiten die voor mijn sport van belang zijn, verdeeld in fysieke, technische, tactische en mentale kwaliteiten. Daarna moest ik beoordelen hoe belangrijk elke van deze vaardigheden en kwaliteiten is voor mij. Uiteindelijk komt daar een profielscore uit die aangeeft waar de meeste winst te behalen is. Een hoge profielscore betekent dat je op dat punt nog veel kunt verbeteren. Bij mij is dat op technisch vlak bijvoorbeeld met obstakels of drop-offs en op mentaal vlak zelfvertrouwen en lef.
Positieve zelfspraak
Qua techniek gaat het wel goedkomen. Ik heb twee clinics geboekt en verder is dat vooral een kwestie van veel oefenen. Maar hoe kan ik nou het mentale aspect aanpakken? Mijn coach gaf me de tip om vooral aan gedachtecontrole te werken en leerde me de methode self talk ofwel zelfspraak. Zelfspraak wordt gedefinieerd als een interne dialoog waarbij gevoelens en percepties worden geïnterpreteerd, gereguleerd en bijgesteld en die instructies en bekrachtiging geeft. Mijn coach gaf me de opdracht me een situatie voor te stellen waarin ik een gevoel heb gehad dat ik liever niet had gehad (duidelijk: de richel!). Over deze situaties moest ik mijn gedachten opschrijven. Daarna moest ik deze gedachten ombuigen naar positieve gedachten. Vervolgens moest ik deze gedachten in verhaalvorm gieten. Aansluitend las zij mijn verhaal hardop aan mij voor en moest ik het eerste woord dat in me opkwam nadat ze klaar was met voorlezen, roepen. Dit was voor mij het woord ontspanning.
Dit verhaal moet nu als een mantra gaan gelden en het woord ontspanning is daarbij mijn codewoord. De kunst zit ‘m in het blijven herhalen van dit verhaal waardoor mijn brein die richel niet meer associeert met angstzweet, naar beneden storten, spanning in mijn lijf, maar met de frisse lucht die door mijn longe stroomt, de mooie besneeuwde bomen, mijn knieën die ontspannen zijn, enzovoort.
Zelfspraak in de praktijk
Eind maart ga ik weer een week skiën. We gaan naar hetzelfde skigebied en hebben dezelfde gids geboekt. Geheid dat we weer over die richel naar het stukje off-piste gaan. Ik kan de zelfspraak dus mooi in praktijk gaan brengen. Tot die tijd ga ik mijn mantra herhalen, herhalen en nog eens herhalen 🙂
Update maart 2020
Vanwege de huidige omstandigheden kon onze wintersport helaas niet door gaan. De zelfspraak heb ik dus niet toe kunnen passen. Hopelijk kan ik het later dit jaar nog eens tijdens het downhillen gaan toepassen.